Inloggen
Nog niet geregistreerd? Schrijf nu in
ECO-job

Een beter milieu begint bij ECO-job!

Contact

Schrijf je in: flora & faunaseizoen 2024

Vacature

Snel zoeken
Vacatures
inRegio 's-Gravenzande
inRegio Schiedam
inRegio Rotterdam
Bekijk alle vacatures

‘Onderzoeksrapportages uitpluizen, dat vind ik leuk werk’

tekst: Jan Horstink

“De historie van een locatie: wat is er in de loop der jaren allemaal gebeurd? Waardoor is de verontreiniging van de grond en het grondwater op dit deel van de locatie veroorzaakt? Interessante vragen waarop ik graag een antwoord vind. Dat betekent dat je zo’n onderzoeksrapportage van een verontreinigd stuk grond helemaal moet uitpluizen, dat vind ik leuk werk. Maar vooral: wat moet er dan gebeuren om de verontreiniging op een verantwoorde wijze op te ruimen? Het geeft me het gevoel dat ik iets bijdraag aan verbetering van het milieu. En daar gaat het uiteindelijk om.”

Pim van Linschooten is gepokt en gemazeld in de functie van vergunningverlener bodemsanering. Zijn werk behelst een breed scala aan activiteiten. Eerst en vooral beoordeelt hij meldingen in het kader van de Wet bodembescherming (Wbb). Gespecialiseerde bureaus voeren het bodemonderzoek daadwerkelijk uit en stellen de omvang van de verontreiniging vast. Ook beschrijven zij de risico’s voor omgeving en bewoners. Pim van Linschooten beoordeelt of het saneringsplan volgens de regels is opgesteld, alvorens een saneringsvergunning te verlenen.

Hij zegt: “Ik toets zulke plannen aan de wetgeving, in sommige gevallen gaat het om spoedsaneringen, bij andere is de tijdsdruk minder groot. Het komt ook voor dat er nader onderzoek moet worden gedaan. De omvang van de verontreiniging in de grond wordt in het kadaster vastgelegd. Die aantekening wordt verwijderd als de bodem daadwerkelijk is gesaneerd. In een saneringsplan moet in elk geval worden vastgelegd wat er precies moet gebeuren en welke methoden daarbij moeten worden gehanteerd. Ook de vraag wanneer de sanering moet plaatsvinden is van belang, want een vergunning is vier jaar geldig.”

Belangstelling voor de bodem

Pim van Linschooten studeerde in de jaren ’80 Geologie aan de Universiteit Utrecht. De belangstelling voor alles wat met de bodem te maken heeft, zat er bij hem al vroeg in. Na zijn studie deed hij ‘verkennend, oriënterend en nader bodemonderzoek’ en ook grootschalig bodemonderzoek op NS-emplacementen en Defensieterreinen. Hij voelde weinig voor een carrière in mijnbouw of oliewinning in het buitenland. Daarom ging hij zich specialiseren in milieukunde. En zo kwam hij voor zijn eerste betrekking als adviseur terecht bij een Brabants bureau voor bodemonderzoek. Daar verrichtte hij veldwerkzaamheden, historisch onderzoek en terreininspecties en stelde hij onderzoeksprogramma’s en offertes op.

“Na die eerste betrekking, waar ik veertien jaar heb gewerkt, heb ik tal van adviseurschappen op het gebied van bodemsanering bekleed bij verschillende bureaus en instellingen,” vervolgt hij. “Dat varieerde van provincies, adviesbureaus tot ingenieursbureaus. Hoewel het om hetzelfde soort werk ging, maakte die variatie dat het zeer afwisselend werk bleef. Zo heb ik heel concreet geofysisch onderzoek gedaan naar warmte-koude-opslag tot de advisering van bedrijven en overheden hoe bodemonderzoek en –sanering het beste kunnen worden aangepakt.”

Op de vraag welk soort bodemverontreiniging hij veel tegenkomt, zegt hij: “Het gaat vaak om zware metalen, bestrijdingsmiddelen, minerale olie en oplosmiddelen. Die laatste bijvoorbeeld op plaatsen waar eens een chemische wasserij was gevestigd. Waar woningbouw moet komen, wordt er in ieder geval altijd bodemonderzoek gedaan. Als er bodemverontreiniging is vastgesteld, komen de uitvoeringsdiensten van de verschillende regio’s of provincies in actie.”

Twee manieren van saneren

Men kan op twee manieren te werk gaan om verontreinigde bodem te saneren: ex situ en in situ. Bij de eerste wordt de verontreinigde grond afgegraven en afgevoerd naar een grondverwerkingsbedrijf waar de grond wordt gereinigd. Vaak wordt hierbij ook verontreinigd grondwater bemalen en gezuiverd. Dat is een kostbare maar snelle en effectieve manier om te saneren. In situ betekent dat er bodemsaneringstechnieken worden toegepast die verontreinigingen uit de bodem verwijderen zonder dat de grond wordt weggehaald. Zo blijven de bodemopbouw en –structuur behouden en wordt de bodem maar beperkt verstoord.

In situ technieken worden vooral toegepast op locaties waar sanering door middel van afgravingen problemen kunnen veroorzaken, zoals de aanwezigheid van infrastructuur of bebouwing in de directe omgeving. Als er op een locatie risico bestaat op verspreiding van de verontreiniging of er zijn acute risico’s, dan is afgraven een goede methode. Ook de kosten spelen een belangrijke rol: soms is een aanpak met in situ technieken voordeliger. Daarbij kan men kiezen tussen biologisch afbreken, fysische methoden, zoals onttrekken van water en/of lucht aan de bodem of chemische middelen als toevoeging van oxidatiemiddelen aan de bodem. Bij veel projecten wordt er gekozen voor een combinatie van in en ex situ.

Aan de slag via ECO-job

“Via ECO-job had ik jaren geleden al bij de provincie Noord-Brabant gewerkt als beleidsmedewerker bodemsanering,” vervolgt hij. “De laatste jaren heb ik op contractbasis gewerkt, maar in de voorbije crisis liep het laatste contract af. Weer kon ik via ECO-job aan de slag bij een bureau, gespecialiseerd in bodemsanering. Ook dat contract werd mede door de crisis niet verlengd, maar sinds februari van het vorige jaar werk ik twee dagen per week voor de provincie Gelderland. Sinds begin dit jaar ook via ECO-job bij de Regionale Uitvoeringsdienst van de provincie Utrecht, in beide functies als vergunningverlener bodemsanering. Wat het voor mij extra leuk maakt, is dat ik de omgeving in beide provincies heel goed ken.”

Behalve het beoordelen van meldingen in het kader van de Wet bodembescherming, stelt Pim van Linschooten ook beschikkingen op voor nader onderzoek, saneringsplannen of saneringsverslagen. Daarnaast beoordeelt en toetst hij BUS-meldingen (Besluit Uniforme Saneringen). Hij voegt eraan toe dat er in het dichtbevolktere Utrecht veel meer activiteiten op het gebied van bodemsanering plaatsvinden dan in Gelderland.

Gevraagd naar zijn eigen activiteiten buiten zijn werk besluit Pim van Linschooten: “Ik hou erg van lezen, muziek luisteren, musea bezoeken en van toerfietsen. Dat is heerlijk na een dag hard werken: lekker uitwaaien op de fiets in het prachtige Utrechtse landschap.”
ECO NOVA B.V. gebruikt cookies om bepaalde voorkeuren te onthouden en vacatures af te stemmen op je interesses.